Het is een van de grote vragen van deze tijd: zijn we alleen in het universum of zijn er nog meer planeten als onze aarde? Voor een antwoord moeten we sterlicht bestuderen. Ruimteonderzoekers als Lorenza Ferrari bouwen daarvoor detectoren.
Lorenza Ferrari
Ruimteonderzoeker SRON
Exoplaneten draaien rondjes om hun ster net zoals de planeten in ons eigen zonnestelsel dat doen. Een ruimtetelescoop kan het licht van duizenden sterren tegelijk waarnemen en kleine dips in de intensiteit van het sterlicht vastleggen.
Deze dips ontstaan wanneer een exoplaneet voor zijn moederster langs beweegt en zo het sterlicht een heel klein beetje blokkeert. Door deze dips te volgen, kunnen sterrenkundigen veel informatie over zo’n exoplaneet afleiden, bijvoorbeeld of hij zich in de “leefbare zone” bevindt.
PLATO
PLATO, een missie van European Space Agency (ESA), gaat een paar jaar lang op zoek naar deze kleine dips in het sterlicht. Wetenschappers in heel Europa werken aan instrumenten voor deze ruimtetelescoop, onder wie Lorenza Ferrari, instrumentwetenschapper bij ruimteonderzoeksinstituut SRON.
Als kind droomde Lorenza niet van een baan in het ruimteonderzoek. Ze kwam bij SRON terecht door de natuurkunde. Ze promoveerde op deeltjesonderzoek aan de Universiteit van Genua en hoorde tijdens de ontwikkeling van een neutrinodetector voor het eerst van SRON, dat toen met de Universiteit van Genua samenwerkte voor de ontwikkeling van een röntgendetector.
Op een gegeven moment, gefrustreerd door het gebrek aan vaste onderzoeksbanen bij universiteiten, besloot ze bij SRON te gaan werken. Zo kon ze toch relatief dicht bij haar familie in Italië blijven.
“In het begin was ik blij dat ik iets nieuws voor de detector kon ontwikkelen,” zegt ze. “Nu, negen jaar later, is dat nog zo. Daar komt bij dat het superspannend is dat een instrument de ruimte in gaat en zo grenzen verlegt in het wetenschappelijk onderzoek.”
Uiterste precisie
PLATO krijgt straks 26 camera’s die elk een ander, een klein beetje overlappend blikveld hebben en zo in één keer een groot deel van de sterrenhemel bestrijken. Lorenza werkt nu samen met haar collega’s aan een ruimtesimulator om deze camera’s te kunnen testen. Ze moeten bepalen hoe donker het moet zijn in de simulator, hoe koud en vooral ook hoe schoon.
Je kunt een vieze camera nu eenmaal niet vanaf de aarde schoonmaken. Ze moeten er ook voor zorgen dat de telescoop en bijbehorende camera’s extreem stabiel zijn zodat elke dip in de lichtintensiteit kan worden toegeschreven aan de beweging van een exoplaneet en niet van de ruimtetelescoop zelf.
De ruimte in
PLATO wordt gelanceerd in 2026. Het is voor Lorenza de eerste missie die de ruimte in gaat. Grote ruimtemissies hebben een voorbereidingstijd van 10 tot 20 jaar. “Je moet er volkomen zeker van zijn dat een instrument kan vliegen,” legt Lorenza uit. “Want na de lancering heb je geen enkele mogelijkheid meer om dingen te veranderen.”
Lorenza heeft bij SRON ook projecten uitgevoerd met een kortere looptijd. Zo reisde ze een paar jaar geleden naar Chili om daar een speciale detector op een grondtelescoop te installeren. “Geweldig om te zien hoe een instrument waar je zelf aan hebt gewerkt, informatie over het universum verzamelt. Ik kan niet wachten totdat PLATO wordt gelanceerd.”
This article was first published on: academicstories.com