Skip to main content
Home » Studiekeuze » Onderzoek naar kansen op de arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt

Onderzoek naar kansen op de arbeidsmarkt

Aula met lege stoelen
Aula met lege stoelen

Welke opleiding biedt de meeste kansen om na de studie een baan te vinden? Waar neemt het aantal banen af en waar groeit dat en waarom? Dit zijn slechts enkele vragen die beantwoord worden in het rapport dat voortvloeit uit een onderzoek naar arbeidsmarktperspectieven.

Geschreven door Corry Daalhof

Didier Fouarge is hoofdonderzoeker bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht. “Eens in de twee jaar brengen wij een rapport uit rond de huidige en verwachte toekomstige stand van zaken op de arbeidsmarkt naar opleiding en beroep. Ons laatste rapport geeft een beeld van vraag en aanbod ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tot 2018. Bij het maken van keuze is informatie van groot belang, zo ook bij het maken van studiekeuzes. Dit grote project beantwoordt deze informatiebehoefte. Het is belangrijk, want niet alleen de inhoud van een studie is relevant, maar óók belangrijk is de kans op een baan na de studie.

De komende jaren geen balans

Fouarge stelt dat er momenteel een disbalans is. “De verhoudingen liggen scheef, de jeugdwerkloosheid neemt nog steeds toe en het salaris van afgestudeerden gaat verder naar beneden. Dat komt omdat de vraag naar medewerkers laag is en dat heeft verschillende redenen. Aan de vraagkant is het de verwachting dat er de komende zes jaar geen nieuwe banen bij komen. Bovendien is de vervangingsbehoefte laag omdat weinig mensen van beroep veranderen als de economie het slecht doet. Bovendien verlaten minder ouderen de arbeidsmarkt; de arbeidsparticipatie onder ouderen en de pensioenleeftijd stijgen snel als gevolg van de afschaffing van VUT-regelingen en prepensioenen de laatste tien jaar. Oudere werkenden hoeven dus minder snel vervangen te worden. Daarbij is het aanbod van werkkrachten de komende zes jaar hoog in vergelijking met het verleden. Dat komt omdat veel jongeren tijdens de crisis besloten langer te blijven studeren.”

Techniekinstroom te klein

Er is nu dus sprake van een overschot aan mensen die aan de slag willen, maar geen baan kunnen vinden. “Dat is niet bij alle studierichtingen het geval. Over het algemeen is er in de techniek en zorg onder andere op MBO- en WO-niveau voldoende werk te vinden. Voor HBO-niveau geldt dat bijvoorbeeld ook voor de lerarenopleiding basisonderwijs. Er is echter bij geen enkele studie(richting) garantie op een baan. De kans daarop hangt af van het verschil tussen vraag en aanbod. In het onderwijs is de vervangingsbehoefte groot. Bij een aantal technische opleidingen zijn de perspectieven goed omdat daar wel nieuwe banen bij komen terwijl de instroom vanuit de opleidingen te klein is.”

Belang studiekeuze

De overheid en andere belanghebbende partijen stemmen hun beleid af op toekomstbeelden. “Dit rapport geeft antwoord op de vraag of het onderwijsaanbod nog wel doelmatig is, of het nog wel aan de vraag beantwoordt. Beleid speelt ook een grote rol bij de participatie van 55-plussers en bij langer doorwerken; twee ontwikkelingen die een negatief effect hebben op de kansen op de arbeidsmarkt voor jongeren.”

Conclusies

Fouarge stelt dat vraag en aanbod niet in balans zijn. “Een HBO- of WO-studie geeft zeker geen garantie meer op een baan. En met de veranderende studiefinanciering is het nu nóg belangrijker dat een jongere zich goed laat voorlichten over zowel de studie van een studie én het perspectief op een baan ná de studie. Niet alleen kiezen met het hart, maar zeker ook met het verstand.”

Next article